Vergeleken met die in andere landen is de jaarlijkse incidentie van intracerebrale bloedingen in Nederland relatief hoog. Dit geldt ook voor bloedingen tijdens gebruik van vitamine K-antagonisten. Dat schrijven Angel Schols (MUMC) en haar collega’s in Stroke (2013; epub 7 november).  
Recente cijfers over de incidentie van intracerebrale bloedingen in Nederland ontbraken. Daarom bestudeerden Schols et al. 617 volwassenen die in 2007-2009 in Zuid-Limburg 1 van 3  SEH’s bezochten met 652 niet-traumatische intracerebrale bloedingen.
  Ruim een kwart van de CVA’s (n = 168) trad op tijdens gebruik van vitamine K-antagonisten: 134 patiënten gebruikten ten tijde van opname acenocoumarol, 20 namen fenprocoumon en 14 patiënten slikten een van de twee samen met een trombolyticum.   Gecorrigeerd voor de leeftijd van de populatie in Nederland in 2008 was de jaarlijkse incidentie van intracerebrale bloedingen 34,8 per 100.000 persoonsjaren (95%-BI: 32,0-37,8). De incidentie van hersenbloedingen tijdens antistollingsgebruik was 8,7 per 100.000 persoonsjaren (95%-BI: 7,3-10,3). De onderzoekers schatten het totale gebruik van orale anticoagulantia (OAC) in de studieperiode op een kleine 36.500 patiëntjaren. Op basis van dit getal kwam het absolute risico op een OAC-gerelateerde hersenbloeding neer op 0,46% per jaar behandeling met antistolling.   Internationale studies melden een incidentie van 24,6 bloedingen per 100.000 persoonsjaren. Mogelijk verklaren genetische factoren, leefstijl en verschillen in studieopzet de hogere incidentie in Nederland. In eerdere studies is 5-27% van de bloedingen OAC-gerelateerd. Met 25,8% zit ons land tegen de bovengrens, wellicht doordat het gebruik van OAC in de laatste jaren is toegenomen.   Bron: www.ntvg.nl, door Caro Theunissen (Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:C1968)
Lees verder
Relevante nieuwsberichten