Apothekers werd gevraagd de lijst in te vullen zoals zij dachten dat de gemiddelde astmapatiënt het zou doen. Daarnaast moesten zij de lijst nogmaals invullen, maar nu vanuit hun eigen overtuigingen. Apothekersassistentes moesten de lijsten op dezelfde manier invullen.Er waren significante verschillen tussen wat apothekers dachten dat patiënten zouden invullen, en wat patiënten daadwerkelijk invulden. Apothekers dachten bijvoorbeeld dat patiënten een 3,7 zouden geven op een schaal van 5 voor de noodzaak van inhalatiecorticosteroïden. In werkelijkheid gaven patiënten een 3,2. Apothekers schatten ook in dat patiënten zorgen zouden hebben over de medicatie (3,3 op een schaal van 5), maar gemiddeld viel dat best mee (2,3). De vraag is overigens of deze relatief kleine verschillen klinisch relevant zijn. En of de resultaten generaliseerbaar zijn, gezien de geringe respons van rond de 10%. Ook de hoge gemiddelde leeftijd van de astmapatiënten wijst op de mogelijkheid van selectiebias, schrijven de onderzoekers.
Volgens de onderzoekers is het van belang dat apothekers en hun assistentes goed kunnen aansluiten bij de overtuigingen van patiënten, om betere voorlichting te kunnen geven.Bron: www.ntvg.nl, door Esther van Osselen