De medicijnen oseltamivir (Tamiflu) en zanamivir (Relenza) verkorten griepsymptomen met ongeveer een halve dag, maar het is niet zeker of de antivirale middelen ziekenhuisopnames en complicaties voorkómen.
Dat stellen wetenschappers van The Cochrane Collaboration (Cochrane Database Syst Rev. 2014;4:CD008965). Volgens hen verspillen overheden die voorraden aanleggen miljarden aan geneesmiddelen waarvan de effectiviteit niet zeker is.
Het gebruik van oseltamivir (Roche) en zanamivir (GSK) is sinds de uitbraak van de Mexicaanse griep in 2009 dramatisch toegenomen. De middelen zouden ziekenhuisopnames en ernstige complicaties verminderen, maar het bewijs voor deze claims was niet compleet. De auteurs kregen na een jarenlange strijd toegang tot de tot ruwe onderzoeksgegevens en ‘clinical study reports’ van de fabrikanten: zo’n 160.000 pagina’s over 20 oseltamivir-trials en 26 zanamivir-trials, met meer dan 24.000 deelnemers.
Ten opzichte van placebo verkortte oseltamivir de griepduur met ongeveer een halve dag (7,0 vs. 6,3 dagen). Het middel voorkwam geen ziekenhuisopnames of ernstige complicaties. Oseltamivir was wel geassocieerd met een verhoogd risico op misselijkheid en braken, en in preventietrials met hoofdpijn, psychiatrische klachten en mogelijk nierproblemen. Ook zanamivir zorgde voor een iets snellere verlichting van de griepklachten in vergelijking met placebo (6,0 vs. 6,6 dagen). De zanamivir-trials rapporteerden niet over het effect op ziekenhuisopnames, ernstige complicaties voorkwam het middel niet.
In BMJ roepen de onderzoekers overheden en beleidmakers op tot het herzien van richtlijnen (2014;348:g2263). Zij vragen zich af of het inslaan van oseltamivir en zanamivir nog steeds gerechtvaardigd is, gezien het gebrek aan betrouwbaar bewijs voor het geclaimde effect van deze middelen.
Bron: www.ntvg.nl, door Lucas Mevius (Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:C2152)