Ter vergelijking: dat attributief risico bedroeg 2,5% voor mannelijk geslacht, 3,6% voor elke hogere dagelijkse dosis en 4,2% voor elk toenemend kalenderjaar en voor wonen in de stad. Een eerder infarct verlaagde de kans op stoppen met 9,3%, diabetes met 1,5%.Om het verband tussen stoppen en sterfte te berekenen, vergeleken de onderzoekers telkens 5 trouwe slikkers met 1 stopper. 10 jaar na de start van de therapie had 9,9% van de stoppers een infarct gehad tegen 8,0% van de slikkers; cardiovasculaire sterfte was 10,6 versus 9,5%. Hoewel de onderzoekers in hun artikel benadrukken dat een causaal verband hiermee niet is aangetoond (zij wijzen zelf op het ‘healthy adherer effect’: onder mensen die trouw slikken bleek ook het aantal verkeersongevallen lager) en dat ‘grote zorgvuldigheid nodig is bij de interpretatie van de resultaten’, stelde Nordestgaard in een begeleidend persbericht van het tijdschrift dat die causaliteit ‘aannemelijk’ is.
‘Mensen die vroeg stoppen hebben een 26% verhoogd risico op een hartaanval. Zonder negatieve berichten over statinen zou vroeg stoppen in de gehele bevolking met 1,3% dalen.’Bron: www.ntvg.nl, door Hans van Maanen